Iedere sport en ieder land heeft zijn eigen jargon of termen, ook bij wintersporten is dit het geval. Sta je bijvoorbeeld in Nederland voor het eerst op een van de skibanen en je hoort dat je een pizzapunt moet maken zal je in het begin niet begrijpen wat dit betekend. Maar zo zijn er veel meer termen die in diverse wintersportlanden worden gebruikt tijdens en na het wintersporten. Vandaag een paar van die termen.
Termen
- Pizzapunt; de manier waarmee je begint met het maken van bochten en remmen op ski’s.
- Stoeltjeslift; een lift met diverse stoeltjes die omhoog brengt op de berg, is er in meerdere afmetingen.
- Sleeplift; een lift die je omhoog sleept de berg op.
- Binding; zit op je ski of snowboard (hierin zet je jezelf vast).
- Skipas; pas waarmee je toegang hebt bij de liften in het ski en snowboard gebied.
- Carven; in de sneeuw snijden en scherpe bochten maken.
- Bremsen; Duits voor remmen, hoor je dit achter je dan moet je uitkijken dat er niet iemand tegen je aan knalt!
- Pommes; patat in het Duits, lekker om te bestellen bij een restaurant tijdens de pauze.
- Bonjour; niet echt een wintersport term, maar wel een term om goedendag te kunnen zeggen in Frankrijk tijdens je wintersport (wel zo sociaal).
- Apres ski; bij iedereen wel bekend natuurlijk maar anders wel belangrijk om te weten, het feesten/drinken na een dag wintersporten bij een van de barren in wintersportgebieden.
Als je deze termen of woorden kent kom je in de wintersportlanden al een heel eind tijdens en na het wintersporten. Maar er zijn er natuurlijk veel meer, die zullen de komende weken nog wel voorbij komen zodat je optimaal voorbereid en vol met wintersporttermen richting de Alpen vertrekt. Naast diverse termen zullen we ook woorden behandelen uit diverse Alpenlanden zoals bijvoorbeeld Oostenrijk/ Zwitserland/ Frankrijk en Duitsland die ideaal zijn om te gebruiken tijdens en na het wintersporten.